Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. versteldheid:
  2. versteld:


Niederländisch

Detailübersetzungen für versteldheid (Niederländisch) ins Schwedisch

versteldheid:

versteldheid [znw.] Nomen

  1. versteldheid (onthutsing)
    förvirring

Übersetzung Matrix für versteldheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förvirring onthutsing; versteldheid chaos; heksenketel; keet; luidruchtigheid; perplexheid; puinhoop; regelloosheid; troebelheid; verdwaasdheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zootje

Verwandte Wörter für "versteldheid":


versteld:

versteld Adjektiv

  1. versteld (opgelapt)
    lappad

Übersetzung Matrix für versteld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lappad opgelapt; versteld

Verwandte Wörter für "versteld":