Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. leiding geven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für leiding geven (Niederländisch) ins Schwedisch

leiding geven:

leiding geven Verb

  1. leiding geven (leiden; besturen; aanvoeren; voorzitten; managen)
    kommendera; leda; anföra
    • kommendera Verb (kommenderar, kommenderade, kommenderat)
    • leda Verb (ledar, ledade, ledat)
    • anföra Verb (anför, anförde, anfört)

Übersetzung Matrix für leiding geven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anföra aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanhalen; begeleiden; citeren; leiden; meevoeren; voeren
kommendera aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; verordenen
leda aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten begeleiden; leiden; meevoeren; voeren; vooraanlopen; voorlopen; vooroplopen; vooruitlopen

Verwandte Übersetzungen für leiding geven