Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gewagen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gewagen (Niederländisch) ins Schwedisch

gewagen:

gewagen Verb

  1. gewagen (gewag maken van; melding maken van)
    nämna; tala om
    • nämna Verb (nämner, nämnde, nämnt)
    • tala om Verb (talar om, talade om, talat om)

Übersetzung Matrix für gewagen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tala om bespreken; spreken over
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nämna gewag maken van; gewagen; melding maken van benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; noemen; vernoemen; voorleiden
tala om gewag maken van; gewagen; melding maken van babbelen; bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; erbij zeggen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; noemen; onderwerp behandelen; praten; praten over; snateren; spreken; spreken over; vermelden; wauwelen; zwammen