Niederländisch

Detailed Synonyms for vroeger in Niederländisch

vroeger:

vroeger Adjektiv

  1. vroeger
  2. vroeger
    voormalig; voormalige; vroeger; vorige; vroegere; ex; voorheen; geweest; gewezen; toenmalig
  3. vroeger
  4. vroeger
    – voor de tijd van nu 1
    eerder; vroeger; voorheen; tevoren
    – voor de tijd van nu 1
    • eerder Adjektiv
      • we moeten morgen eerder weggaan1
    • vroeger Adjektiv
      • mijn opa vertelt graag van vroeger1
    • voorheen adv
      • voorheen stond hier een dikke boom1
    • tevoren adv
      • we hadden hem (van) tevoren gewaarschuwd1

Verwandte Wörter für "vroeger":


Alternate Synonyms for "vroeger":


Antonyme für "vroeger":


Verwandte Definitionen für "vroeger":

  1. voor de tijd van nu1
    • mijn opa vertelt graag van vroeger1

vroeger form of vroeg:

vroeg Adjektiv

  1. vroeg
    vroeg; vroegtijdig
  2. vroeg
    vroeg; pril
  3. vroeg
    – eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken 1
    vroeg
    – eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken 1
    • vroeg Adjektiv
      • ik ga vandaag vroeg naar bed1

Verwandte Wörter für "vroeg":


Antonyme für "vroeg":


Verwandte Definitionen für "vroeg":

  1. eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken1
    • ik ga vandaag vroeg naar bed1

Related Synonyms for vroeger