Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. overgieten:


Niederländisch

Detailed Synonyms for overgieten in Niederländisch

overgieten:

overgieten Verb (overgiet, overgoot, overgoten, overgoten)

  1. overgieten
    overgieten; overstorten; overschenken

Konjugationen für overgieten:

o.t.t.
  1. overgiet
  2. overgiet
  3. overgiet
  4. overgieten
  5. overgieten
  6. overgieten
o.v.t.
  1. overgoot
  2. overgoot
  3. overgoot
  4. overgoten
  5. overgoten
  6. overgoten
v.t.t.
  1. heb overgoten
  2. hebt overgoten
  3. heeft overgoten
  4. hebben overgoten
  5. hebben overgoten
  6. hebben overgoten
v.v.t.
  1. had overgoten
  2. had overgoten
  3. had overgoten
  4. hadden overgoten
  5. hadden overgoten
  6. hadden overgoten
o.t.t.t.
  1. zal overgieten
  2. zult overgieten
  3. zal overgieten
  4. zullen overgieten
  5. zullen overgieten
  6. zullen overgieten
o.v.t.t.
  1. zou overgieten
  2. zou overgieten
  3. zou overgieten
  4. zouden overgieten
  5. zouden overgieten
  6. zouden overgieten
en verder
  1. ben overgoten
  2. bent overgoten
  3. is overgoten
  4. zijn overgoten
  5. zijn overgoten
  6. zijn overgoten
diversen
  1. overgiet!
  2. overgiet!
  3. overgoten
  4. overgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze