Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. galvaniseren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for galvaniseren in Niederländisch

galvaniseren:

galvaniseren Verb (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)

  1. galvaniseren
    verzinken; galvaniseren
    • verzinken Verb (verzink, verzinkt, verzonk, verzonken, verzonken)
    • galvaniseren Verb (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)
  2. galvaniseren
    galvaniseren
    • galvaniseren Verb (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)

Konjugationen für galvaniseren:

o.t.t.
  1. galvaniseer
  2. galvaniseert
  3. galvaniseert
  4. galvaniseren
  5. galvaniseren
  6. galvaniseren
o.v.t.
  1. galvaniseerde
  2. galvaniseerde
  3. galvaniseerde
  4. galvaniseerden
  5. galvaniseerden
  6. galvaniseerden
v.t.t.
  1. heb gegalvaniseerd
  2. hebt gegalvaniseerd
  3. heeft gegalvaniseerd
  4. hebben gegalvaniseerd
  5. hebben gegalvaniseerd
  6. hebben gegalvaniseerd
v.v.t.
  1. had gegalvaniseerd
  2. had gegalvaniseerd
  3. had gegalvaniseerd
  4. hadden gegalvaniseerd
  5. hadden gegalvaniseerd
  6. hadden gegalvaniseerd
o.t.t.t.
  1. zal galvaniseren
  2. zult galvaniseren
  3. zal galvaniseren
  4. zullen galvaniseren
  5. zullen galvaniseren
  6. zullen galvaniseren
o.v.t.t.
  1. zou galvaniseren
  2. zou galvaniseren
  3. zou galvaniseren
  4. zouden galvaniseren
  5. zouden galvaniseren
  6. zouden galvaniseren
en verder
  1. is gegalvaniseerd
  2. zijn gegalvaniseerd
diversen
  1. galvaniseer!
  2. galvaniseert!
  3. gegalvaniseerd
  4. galvaniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze