Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gevlekt:
  2. vlekken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gevlekt (Niederländisch) ins Französisch

gevlekt:

gevlekt Adjektiv

  1. gevlekt (bevuild; groezelig; besmeurd)
    souillé; sali; maculé

Übersetzung Matrix für gevlekt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
maculé besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig bevlekt; vlekkerig
sali besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig bevlekt; vlekkig
souillé besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig bevlekt; gespikkeld; gestippeld; spikkelig; vlekkig

Wiktionary Übersetzungen für gevlekt:


Cross Translation:
FromToVia
gevlekt tacheté; marbré mottled — spotted
gevlekt tacheté; tachetée gesprenkelt — mit andersfarbigen Flecken versehen

gevlekt form of vlekken:

vlekken [de ~] Nomen, Plural

  1. de vlekken
    la tache

vlekken Verb (vlek, vlekt, vlekte, vlekten, gevlekt)

  1. vlekken (smetten; afgeven; bevlekken)
    déteindre; tacher; salir; soiller
    • déteindre Verb (déteins, déteint, déteignons, déteignez, )
    • tacher Verb (tache, taches, tachons, tachez, )
    • salir Verb (salis, salit, salissons, salissez, )
    • soiller Verb
  2. vlekken (morsen; knoeien; kladden)
    salir; tacher; faire des taches
    • salir Verb (salis, salit, salissons, salissez, )
    • tacher Verb (tache, taches, tachons, tachez, )

Konjugationen für vlekken:

o.t.t.
  1. vlek
  2. vlekt
  3. vlekt
  4. vlekken
  5. vlekken
  6. vlekken
o.v.t.
  1. vlekte
  2. vlekte
  3. vlekte
  4. vlekten
  5. vlekten
  6. vlekten
v.t.t.
  1. heb gevlekt
  2. hebt gevlekt
  3. heeft gevlekt
  4. hebben gevlekt
  5. hebben gevlekt
  6. hebben gevlekt
v.v.t.
  1. had gevlekt
  2. had gevlekt
  3. had gevlekt
  4. hadden gevlekt
  5. hadden gevlekt
  6. hadden gevlekt
o.t.t.t.
  1. zal vlekken
  2. zult vlekken
  3. zal vlekken
  4. zullen vlekken
  5. zullen vlekken
  6. zullen vlekken
o.v.t.t.
  1. zou vlekken
  2. zou vlekken
  3. zou vlekken
  4. zouden vlekken
  5. zouden vlekken
  6. zouden vlekken
diversen
  1. vlek!
  2. vlekt!
  3. gevlekt
  4. vlekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vlekken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tache vlekken klad; kladwerk; kledder; klodder; kwak; lik; moesje; nop; proefversie; smet; spat; spatje; spatter; spikkel; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; vuile plek
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
déteindre afgeven; bevlekken; smetten; vlekken tanen; vaal worden; van kleur veranderen; verbleken; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen
faire des taches kladden; knoeien; morsen; vlekken bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen
salir afgeven; bevlekken; kladden; knoeien; morsen; smetten; vlekken bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; een smet werpen op; ontluisteren; smerig worden; verontreinigen; vervuilen; vies maken; vies worden; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
soiller afgeven; bevlekken; smetten; vlekken
tacher afgeven; bevlekken; kladden; knoeien; morsen; smetten; vlekken bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken

Verwandte Wörter für "vlekken":


Verwandte Übersetzungen für gevlekt