Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. aanstaand:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanstaand (Niederländisch) ins Spanisch

aanstaand:

aanstaand Adjektiv

  1. aanstaand (toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige)
    futuro; próximo; propuesto; venidero; entrante; intencionado

Übersetzung Matrix für aanstaand:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
futuro toekomst; toekomsten; voorland
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entrante aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige binnenkomend; inkomend
futuro aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
intencionado aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige bedoeld; beoogd; bewust; expres; met opzet; moedwillig; opzettelijk; van plan; van zins; voorbedacht; voorgenomen; welbewust
propuesto aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige beoogd; voorgesteld
próximo aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aanstaande; eerstvolgend; komend; navolgend; onderstaande; opvolgend; volgend; volgende
venidero aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Wiktionary Übersetzungen für aanstaand:

aanstaand
adjective
  1. eerstvolgend, komend

Cross Translation:
FromToVia
aanstaand próximo next — nearest date, time, space or order
aanstaand entrante; próximo prochain — Voisin, suivant.
aanstaand cerca; próximo; cercano; afí proche — Traductions à trier suivant le sens
aanstaand próximo; entrante; consecutivo; siguiente; sucesivo suivant — Qui est après, qui vient après.