Niederländisch

Detailübersetzungen für flinkheid (Niederländisch) ins Deutsch

flinkheid:

flinkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de flinkheid (forsheid; stevigheid; fermheid)
    die Stämmigkeit

Übersetzung Matrix für flinkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Stämmigkeit fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; fermheid; koenheid; moed; onversaagdheid; stoerheid

Verwandte Wörter für "flinkheid":


flink:

flink Adjektiv

  1. flink (stoer)
  2. flink (beduidend; behoorlijk; aanzienlijk; )
  3. flink (fysiek sterk; sterk; krachtig; stevig; ferm)
    stark; kräftig; kraftvoll; stattlich; stramm; forsch; stämmig
  4. flink (trots; groots; glorieus; fier; prat)
  5. flink (stevig gebouwd; solide; stevig; )
    kräftig; forsch; solide; robust; kraftvoll; stabil; derb; gediegen; eisern
  6. flink (potig; stevig; fors)
    groß; stark; kräftig; stattlich; forsch; derb; robust; stämmig
  7. flink (fiks; stevig; ferm)
  8. flink (moreel sterk; moedig; dapper; ferm)
    moralisch

flink

  1. flink

Übersetzung Matrix für flink:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisch doortasten
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
groß groots; grootschalig; reuze
riesig groots; grootschalig; reuze
schwer groots; grootschalig; reuze
sichtbar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors detecteerbaar/kan worden gevonden; duidelijk; eenduidig; flagrant; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; te zien; zichtbaar; zienderogen; zo klaar als een klontje; zonneklaar
stattlich groots; grootschalig; reuze
- behoorlijk; fors; goed; stevig
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisch flink
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anmaßend fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; belerend; frikkerig; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kwasterig; neerbuigend; nuffig; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pedant; respectloos; schoolmeesterachtig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
ansehnlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; esthetisch; fier; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; majestueus; modieuze verfijning; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; substantieel; trots; verfijnd; verheven; voornaam; vorstelijk; zeer plechtig
aufgebläht fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opschepperig; opzichtig; pafferig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
beachtenswert aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; substantieel; treffend
bedeutend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; eerbiedwekkend; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; important; indrukwekkend; prominent; substantieel; vooraanstaand; vooraanstaande
beharrlich ferm; fiks; flink; stevig onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
bemerkenswert aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate
beständig ferm; fiks; flink; stevig bestendig; constant; de hele tijd; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend; voortdurend
beträchtlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; indrukwekkend; nogal; redelijk; substantieel; tamelijk; terdege; wel degelijk
dauerhaft ferm; fiks; flink; stevig betrouwbaar; blijvend; consistent; de hele tijd; degelijk; deugdelijk; duurzaam; gelijkmatig; gestaag; hecht; solide; stabiel; stevig; voortdurend
derb ferm; fiks; flink; fors; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd aanmatigend; banaal; bot; dorps; duidelijk; flagrant; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongepast; onkies; onopgevoed; onvertogen; overduidelijk; plat; platvloers; respectloos; ruw; schunnig; triviaal; verkeerd; vunzig; zo klaar als een klontje; zonneklaar
eisern ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd halsstarrig; hardhoofdig; ijzeren; keihard; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; oorverdovend; pal; pittig; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; straf; vasthoudend; volhardend
energisch beslist; besluitvaardig; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; gedecideerd; geducht; in hoge mate; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; resoluut; standvastig; sterk; vastberaden; vief; vol fut; voortvarend
erheblich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; indrukwekkend; nogal; redelijk; substantieel; tamelijk; terdege; wel degelijk
forsch ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; energiek; ferm; geanimeerd; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; niet hol; resoluut; sterk; vastberaden; vief; vol fut
gediegen ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd betrouwbaar; curieus; degelijk; degelijke; deugdelijk; gedegen; merkwaardig; solide; stevig; van goede hoedanigheid; vreemd
grandios fier; flink; glorieus; groots; prat; trots fantastisch; fenomenaal; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; immens; kolossaal; magnifiek; puik; reusachtig; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; weids; zeer groot
groß flink; fors; potig; stevig ampel; breedvoerig; driedubbel; driemaal zo groot; drievoudig; enorm; gigantisch; groot; groots; heel erg; immens; in details; in zeer hoge mate; kolossaal; lang; omstandig; reusachtig; reuze; rijzig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; weids; zeer groot
großartig fier; flink; glorieus; groots; prat; trots ambitieus; betoverend; eerzuchtig; enorm; fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; formidabel; gaaf; geducht; geweldig; gigantisch; glansrijk; glorierijk; grandioos; groots; heel groot; heerlijk; immens; in hoge mate; in zeer hoge mate; kolossaal; kostelijk; krankzinnig; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; onmetelijk; oogverblindend; prachtig; prinsheerlijk; puik; reusachtig; reuze; roemrijk; roemvol; schitterend; streverig; te gek; tof; uitnemend; uitstekend; verblindend; voortreffelijk; waanzinnig; weids; wijs; zeer groot
großzügig fier; flink; glorieus; groots; prat; trots ampel; breedvoerig; edel; edelmoedig; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; grootmoedig; groots; gul; in details; kwistig; liberaal; mild; nobel; omstandig; prinsheerlijk; royaal; ruimdenkend; ruimhartig; scheutig; spilziek; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; verkwistend; vrijgevig; vrijzinnig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
gönnerhaft fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; charmant; genegenheid opwekkend; geringschattend; goedaardig; goedhartig; hooghartig; hulpvaardig; innemend; kleinerend; laatdunkend; minachtend; minzaam; neerbuigend; plezierig; trots; uit de hoogte; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
hervorragend fier; flink; glorieus; groots; prat; trots beter dan de rest; bovenmatig; briljante; buitengemeen; buitensporig; extreem; fantastisch; fenomenaal; frappant; gaaf; geweldig; glansrijk; glorierijk; goddelijk; groots; heerlijk; hemels; hoogwaardig; in het oog lopend; in het oog springend; kiplekker; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mateloos; mieters; oogverblindend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; paradijselijk; patent; perfect; prachtig; prima; puik; roemrijk; roemvol; saillant; schitterend; superieur; tof; tomeloos; treffend; uitblinkend; uitermate; uitmuntend; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verblindend; verrukkelijk; volmaakt; voortreffelijk; zalig
hervorspringend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; mateloos; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tomeloos; treffend; uitermate
kraftvoll ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vief; vol fut
kräftig ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd betrouwbaar; breed; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; fors; geanimeerd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; met een krachtige uitwerking; niet hol; solide; sterk; stevig; uit de kluiten gewassen; vief; vol fut
moralisch dapper; ferm; flink; moedig; moreel sterk ethisch; moraal; moralistisch; moreel; vervuld van moralisme; zedelijk
riesig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors enorm; gaaf; geweldig; gigantisch; groots; heel erg; heel groot; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; mieters; onmetelijk; opperbest; reusachtig; reuze; schitterend; tof; weids; zeer groot
robust ferm; fiks; flink; fors; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd betrouwbaar; breed; degelijk; deugdelijk; fors; massief; niet hol; solide; stabiel; stevig; uit de kluiten gewassen
ruhmreich fier; flink; glorieus; groots; prat; trots glorierijk; roemrijk; roemvol
rüstig flink; stoer
schwer aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors afgezaagd; agressief; beklemmend; delicaat; dikwijls; ellendig; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; massief; meermaals; melig; menigmaal; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; regelmatig; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; vervelend; zwaar
selbstgefällig fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
sicher ferm; fiks; flink; stevig absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; flagrant; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stipt; vast; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig
solide ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd bekend; betrouwbaar; degelijk; degelijke; deugdelijk; doortimmerd; gedegen; gefundeerd; onderbouwd; solide; stabiel; stevig; van goede hoedanigheid; vertrouwd
stabil ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; massief; niet hol; solide; stabiel; stationair; stevig
standhaft ferm; fiks; flink; stevig houterig; onwankelbaar

Verwandte Wörter für "flink":

  • flinkheid, flinker, flinkere, flinkst, flinkste, flinke

Synonyms for "flink":


Antonyme für "flink":


Verwandte Definitionen für "flink":

  1. nogal groot1
    • dat is al een flinke jongen1
  2. erg, zeer1
    • het was flink koud buiten1
  3. wie zich goed houdt als hij iets vervelends meemaakt1
    • hij is erg flink geweest1

Wiktionary Übersetzungen für flink:

flink
adjective
  1. stevig van lichaamsbouw
  2. groot van afmeting of hoeveelheid
  3. sterk van karakter
adverb
  1. in hoge mate
flink
adjective
  1. energisch, zügig herangehend
  2. zu etwas geeignet, in der Lage
  3. sehr gut

Cross Translation:
FromToVia
flink Festkörper; gesetzt; solide solide — physique|fr Qui a de la consistance.