Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. zekerstellen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zekerstellen (Niederländisch) ins Schwedisch

zekerstellen:

zekerstellen Verb (stel zeker, stelt zeker, stelde zeker, stelden zeker, zekergesteld)

  1. zekerstellen (verifieren; nagaan)
    verifiera; bestyrka; bevisa
    • verifiera Verb (verifierar, verifierade, verifierat)
    • bestyrka Verb (bestyrkar, bestyrkade, bestyrkat)
    • bevisa Verb (bevisar, bevisade, bevisat)

Konjugationen für zekerstellen:

o.t.t.
  1. stel zeker
  2. stelt zeker
  3. stelt zeker
  4. stellen zeker
  5. stellen zeker
  6. stellen zeker
o.v.t.
  1. stelde zeker
  2. stelde zeker
  3. stelde zeker
  4. stelden zeker
  5. stelden zeker
  6. stelden zeker
v.t.t.
  1. heb zekergesteld
  2. hebt zekergesteld
  3. heeft zekergesteld
  4. hebben zekergesteld
  5. hebben zekergesteld
  6. hebben zekergesteld
v.v.t.
  1. had zekergesteld
  2. had zekergesteld
  3. had zekergesteld
  4. hadden zekergesteld
  5. hadden zekergesteld
  6. hadden zekergesteld
o.t.t.t.
  1. zal zekerstellen
  2. zult zekerstellen
  3. zal zekerstellen
  4. zullen zekerstellen
  5. zullen zekerstellen
  6. zullen zekerstellen
o.v.t.t.
  1. zou zekerstellen
  2. zou zekerstellen
  3. zou zekerstellen
  4. zouden zekerstellen
  5. zouden zekerstellen
  6. zouden zekerstellen
diversen
  1. stel zeker!
  2. stelt zeker!
  3. zekergesteld
  4. zekerstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für zekerstellen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bestyrka nagaan; verifieren; zekerstellen van mening zijn; voorstaan
bevisa nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; bewijzen; staven
verifiera nagaan; verifieren; zekerstellen aantonen; bewijzen; staven; valideren