Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. vlammend:
  2. vlammen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vlammend (Niederländisch) ins Schwedisch

vlammend:

vlammend Adjektiv

  1. vlammend (brandend)
    brännande; strålande; eldande

Übersetzung Matrix für vlammend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brännande brandend; vlammend brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; verhit; vurig; warm
eldande brandend; vlammend
strålande brandend; vlammend fonkelend; glinsterend; schitterend; stralend

vlammend form of vlammen:

vlammen Verb (vlam, vlamt, vlamde, vlamden, gevlamd)

  1. vlammen (flakkeren; flikkeren)
    låga; flamma
    • låga Verb (låger, lågde, lågt)
    • flamma Verb (flammar, flammade, flammat)
  2. vlammen (vlammen uitslaan)
    flamma
    • flamma Verb (flammar, flammade, flammat)

Konjugationen für vlammen:

o.t.t.
  1. vlam
  2. vlamt
  3. vlamt
  4. vlammen
  5. vlammen
  6. vlammen
o.v.t.
  1. vlamde
  2. vlamde
  3. vlamde
  4. vlamden
  5. vlamden
  6. vlamden
v.t.t.
  1. heb gevlamd
  2. hebt gevlamd
  3. heeft gevlamd
  4. hebben gevlamd
  5. hebben gevlamd
  6. hebben gevlamd
v.v.t.
  1. had gevlamd
  2. had gevlamd
  3. had gevlamd
  4. hadden gevlamd
  5. hadden gevlamd
  6. hadden gevlamd
o.t.t.t.
  1. zal vlammen
  2. zult vlammen
  3. zal vlammen
  4. zullen vlammen
  5. zullen vlammen
  6. zullen vlammen
o.v.t.t.
  1. zou vlammen
  2. zou vlammen
  3. zou vlammen
  4. zouden vlammen
  5. zouden vlammen
  6. zouden vlammen
diversen
  1. vlam!
  2. vlamt!
  3. gevlamd
  4. vlammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vlammen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flamma flonkering; signaalvlam
låga signaalvlam
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flamma flakkeren; flikkeren; vlammen; vlammen uitslaan flonkeren; vonken schieten
låga flakkeren; flikkeren; vlammen

Verwandte Wörter für "vlammen":


Wiktionary Übersetzungen für vlammen:


Cross Translation:
FromToVia
vlammen flamma; flamma upp flame — produce flames