Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. vertimmeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vertimmeren (Niederländisch) ins Schwedisch

vertimmeren:

vertimmeren Verb (vertimmer, vertimmert, vertimmerde, vertimmerden, vertimmerd)

  1. vertimmeren (verbouwen)
    ombyggnad
    • ombyggnad Verb (ombyggnar, ombyggnade, ombyggnat)

Konjugationen für vertimmeren:

o.t.t.
  1. vertimmer
  2. vertimmert
  3. vertimmert
  4. vertimmeren
  5. vertimmeren
  6. vertimmeren
o.v.t.
  1. vertimmerde
  2. vertimmerde
  3. vertimmerde
  4. vertimmerden
  5. vertimmerden
  6. vertimmerden
v.t.t.
  1. heb vertimmerd
  2. hebt vertimmerd
  3. heeft vertimmerd
  4. hebben vertimmerd
  5. hebben vertimmerd
  6. hebben vertimmerd
v.v.t.
  1. had vertimmerd
  2. had vertimmerd
  3. had vertimmerd
  4. hadden vertimmerd
  5. hadden vertimmerd
  6. hadden vertimmerd
o.t.t.t.
  1. zal vertimmeren
  2. zult vertimmeren
  3. zal vertimmeren
  4. zullen vertimmeren
  5. zullen vertimmeren
  6. zullen vertimmeren
o.v.t.t.
  1. zou vertimmeren
  2. zou vertimmeren
  3. zou vertimmeren
  4. zouden vertimmeren
  5. zouden vertimmeren
  6. zouden vertimmeren
diversen
  1. vertimmer!
  2. vertimmert!
  3. vertimmerd
  4. vertimmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vertimmeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ombyggnad verbouwing; vertimmering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ombyggnad verbouwen; vertimmeren