Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verlagen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verlagen (Niederländisch) ins Schwedisch

verlagen:

verlagen Verb (verlaag, verlaagt, verlaagde, verlaagden, verlaagd)

  1. verlagen (lager maken)
    reducera; minska; sänka
    • reducera Verb (reducerar, reducerade, reducerat)
    • minska Verb (minskar, minskade, minskat)
    • sänka Verb (sänker, sänkte, sänkt)
  2. verlagen (afprijzen; verminderen; reduceren)
    reducera
    • reducera Verb (reducerar, reducerade, reducerat)
  3. verlagen (verminderen; reduceren; afnemen; )
    korta in; göra mindre
    • korta in Verb (kortar in, kortade in, kortat in)
    • göra mindre Verb (gör mindre, gjorde mindre, gjort mindre)

Konjugationen für verlagen:

o.t.t.
  1. verlaag
  2. verlaagt
  3. verlaagt
  4. verlagen
  5. verlagen
  6. verlagen
o.v.t.
  1. verlaagde
  2. verlaagde
  3. verlaagde
  4. verlaagden
  5. verlaagden
  6. verlaagden
v.t.t.
  1. heb verlaagd
  2. hebt verlaagd
  3. heeft verlaagd
  4. hebben verlaagd
  5. hebben verlaagd
  6. hebben verlaagd
v.v.t.
  1. had verlaagd
  2. had verlaagd
  3. had verlaagd
  4. hadden verlaagd
  5. hadden verlaagd
  6. hadden verlaagd
o.t.t.t.
  1. zal verlagen
  2. zult verlagen
  3. zal verlagen
  4. zullen verlagen
  5. zullen verlagen
  6. zullen verlagen
o.v.t.t.
  1. zou verlagen
  2. zou verlagen
  3. zou verlagen
  4. zouden verlagen
  5. zouden verlagen
  6. zouden verlagen
diversen
  1. verlaag!
  2. verlaagt!
  3. verlaagd
  4. verlagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verlagen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
göra mindre afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen kleiner maken; minder maken; minimaliseren; verkleinen
korta in afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen inkorten; korten; minder maken; minimaliseren; verkrappen
minska lager maken; verlagen achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; dalen; declineren; denigreren; inkrimpen; kleiner maken; kleineren; krimpen; lenigen; minder worden; minderen; minimaliseren; slinken; slinkend; tanen; tanend; terugdraaien; teruggaan; terugschroeven; verkleinen; verlichten; verminderen; vervallen; verzachten
reducera afprijzen; lager maken; reduceren; verlagen; verminderen besparen; bezuinigen; door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; korten; matigen; minder maken; minimaliseren; verdikken
sänka lager maken; verlagen afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; neerbrengen; neerbuigen; slinken; verkleinen; verminderen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
minska afname voorraad; vermindering

Wiktionary Übersetzungen für verlagen:


Cross Translation:
FromToVia
verlagen förnedra; förödmjuka abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.

Verwandte Übersetzungen für verlagen