Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verhit:
  2. verhitten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verhit (Niederländisch) ins Schwedisch

verhit:

verhit Adjektiv

  1. verhit (geagiteerd; levendig)
    upphetsatt; het; hett
  2. verhit (koorts hebbend; koortsig; koortsachtig)
    febrig; febrigt
  3. verhit (vurig)
    livlig; eldig; livligt; eldigt; hetsigt; brännande
  4. verhit (vurig)
    hetsig; hetsigt; hetlevrad; hetlevrat; eldfängt

Übersetzung Matrix für verhit:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
livlig pittigheid
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
het geagiteerd; levendig; verhit fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; hot; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brännande verhit; vurig brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vlammend; vurig; warm
eldfängt verhit; vurig
eldig verhit; vurig brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar; spiritueus
eldigt verhit; vurig brandbaar; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; ontbrandbaar; ontvlambaar; spiritueus; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
febrig koorts hebbend; koortsachtig; koortsig; verhit
febrigt koorts hebbend; koortsachtig; koortsig; verhit
hetlevrad verhit; vurig heetbloedig; heetgebakerd
hetlevrat verhit; vurig heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig
hetsig verhit; vurig gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heethoofdig; heftig; met hevige passie; vurig
hetsigt verhit; vurig gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig; heftig; met hevige passie; vurig
hett geagiteerd; levendig; verhit geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
livlig verhit; vurig actief; beweeglijk; dartel; dynamisch; energiek; geanimeerd; levendig; speels; vief; vol fut
livligt verhit; vurig aangenaam; actief; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; geanimeerd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezierig; speels; tierig; vief; vol fut; vrolijk
upphetsatt geagiteerd; levendig; verhit

Verwandte Wörter für "verhit":

  • verhitheid

verhitten:

verhitten Verb (verhit, verhitte, verhitten, verhit)

  1. verhitten (eten opwarmen; opwarmen; verwarmen; warm maken)
    värma upp mat; värma
    • värma upp mat Verb (värmer upp mat, värmde upp mat, värmt upp mat)
    • värma Verb (värmer, värmde, värmt)

Konjugationen für verhitten:

o.t.t.
  1. verhit
  2. verhit
  3. verhit
  4. verhitten
  5. verhitten
  6. verhitten
o.v.t.
  1. verhitte
  2. verhitte
  3. verhitte
  4. verhitten
  5. verhitten
  6. verhitten
v.t.t.
  1. heb verhit
  2. hebt verhit
  3. heeft verhit
  4. hebben verhit
  5. hebben verhit
  6. hebben verhit
v.v.t.
  1. had verhit
  2. had verhit
  3. had verhit
  4. hadden verhit
  5. hadden verhit
  6. hadden verhit
o.t.t.t.
  1. zal verhitten
  2. zult verhitten
  3. zal verhitten
  4. zullen verhitten
  5. zullen verhitten
  6. zullen verhitten
o.v.t.t.
  1. zou verhitten
  2. zou verhitten
  3. zou verhitten
  4. zouden verhitten
  5. zouden verhitten
  6. zouden verhitten
en verder
  1. ben verhit
  2. bent verhit
  3. is verhit
  4. zijn verhit
  5. zijn verhit
  6. zijn verhit
diversen
  1. verhit!
  2. verhit!
  3. verhit
  4. verhittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verhitten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
värma eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken warmen
värma upp mat eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken

Wiktionary Übersetzungen für verhitten:


Cross Translation:
FromToVia
verhitten hetta; värma heat — to cause an increase in temperature of an object or space
verhitten reta exciter — Engager, porter à.
verhitten uppreta hérisserdresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux.