Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uitsloven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitsloven (Niederländisch) ins Schwedisch

uitsloven:

uitsloven Verb (sloof uit, slooft uit, sloofte uit, slooften uit, uitgesloofd)

  1. uitsloven
    sätta ut sig själv

Konjugationen für uitsloven:

o.t.t.
  1. sloof uit
  2. slooft uit
  3. slooft uit
  4. sloven uit
  5. sloven uit
  6. sloven uit
o.v.t.
  1. sloofte uit
  2. sloofte uit
  3. sloofte uit
  4. slooften uit
  5. slooften uit
  6. slooften uit
v.t.t.
  1. heb uitgesloofd
  2. hebt uitgesloofd
  3. heeft uitgesloofd
  4. hebben uitgesloofd
  5. hebben uitgesloofd
  6. hebben uitgesloofd
v.v.t.
  1. had uitgesloofd
  2. had uitgesloofd
  3. had uitgesloofd
  4. hadden uitgesloofd
  5. hadden uitgesloofd
  6. hadden uitgesloofd
o.t.t.t.
  1. zal uitsloven
  2. zult uitsloven
  3. zal uitsloven
  4. zullen uitsloven
  5. zullen uitsloven
  6. zullen uitsloven
o.v.t.t.
  1. zou uitsloven
  2. zou uitsloven
  3. zou uitsloven
  4. zouden uitsloven
  5. zouden uitsloven
  6. zouden uitsloven
en verder
  1. ben uitgesloofd
  2. bent uitgesloofd
  3. is uitgesloofd
  4. zijn uitgesloofd
  5. zijn uitgesloofd
  6. zijn uitgesloofd
diversen
  1. sloof uit!
  2. slooft uit!
  3. uitgesloofd
  4. uitslovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitsloven [znw.] Nomen

  1. uitsloven

Übersetzung Matrix für uitsloven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
luta bakåt uitsloven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sätta ut sig själv uitsloven

Verwandte Übersetzungen für uitsloven