Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uit de weg gaan:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uit de weg gaan (Niederländisch) ins Schwedisch

uit de weg gaan:

uit de weg gaan Verb (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)

  1. uit de weg gaan (uitwijken)
    ge väg
    • ge väg Verb (ger väg, gav väg, givit väg)
  2. uit de weg gaan (vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken)
    undvika; hålla sig undan ifrån
    • undvika Verb (undvikar, undvikade, undvikat)
    • hålla sig undan ifrån Verb (håller sig undan ifrån, höll sig undan ifrån, hållit sig undan ifrån)

Konjugationen für uit de weg gaan:

o.t.t.
  1. ga uit de weg
  2. gaat uit de weg
  3. gaat uit de weg
  4. gaan uit de weg
  5. gaan uit de weg
  6. gaan uit de weg
o.v.t.
  1. ging uit de weg
  2. ging uit de weg
  3. ging uit de weg
  4. gingen uit de weg
  5. gingen uit de weg
  6. gingen uit de weg
v.t.t.
  1. ben gingen uit de weg
  2. bent gingen uit de weg
  3. is gingen uit de weg
  4. zijn gingen uit de weg
  5. zijn gingen uit de weg
  6. zijn gingen uit de weg
v.v.t.
  1. was gingen uit de weg
  2. was gingen uit de weg
  3. was gingen uit de weg
  4. waren gingen uit de weg
  5. waren gingen uit de weg
  6. waren gingen uit de weg
o.t.t.t.
  1. zal uit de weg gaan
  2. zult uit de weg gaan
  3. zal uit de weg gaan
  4. zullen uit de weg gaan
  5. zullen uit de weg gaan
  6. zullen uit de weg gaan
o.v.t.t.
  1. zou uit de weg gaan
  2. zou uit de weg gaan
  3. zou uit de weg gaan
  4. zouden uit de weg gaan
  5. zouden uit de weg gaan
  6. zouden uit de weg gaan
diversen
  1. ga uit de weg!
  2. gat uit de weg!
  3. gingen uit de weg
  4. uit de weg gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uit de weg gaan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ge väg uit de weg gaan; uitwijken
hålla sig undan ifrån mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden
undvika mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden ontduiken; ontlopen; ontwijken; uitwijken voor iets; vermijden

Wiktionary Übersetzungen für uit de weg gaan:


Cross Translation:
FromToVia
uit de weg gaan kringgå; undfly parer — Traductions à trier suivant le sens
uit de weg gaan kringgå; undfly; undvika éviter — Échapper à

Verwandte Übersetzungen für uit de weg gaan