Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. trouwbreuk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für trouwbreuk (Niederländisch) ins Schwedisch

trouwbreuk:

trouwbreuk [znw.] Nomen

  1. trouwbreuk (het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouweloosheid)
    illojalitet; otrohet; trolöshet

Übersetzung Matrix für trouwbreuk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
illojalitet het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid
otrohet het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid
trolöshet het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid