Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. troebelachtig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für troebelachtig (Niederländisch) ins Schwedisch

troebelachtig:

troebelachtig Adjektiv

  1. troebelachtig (drabbig; troebel; onzuiver)
    lerig; lerigt
  2. troebelachtig (troebel; onzuiver; drabbig)
    bekymrad; bekymrat; oroat

Übersetzung Matrix für troebelachtig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lerig drek; prut; smurrie
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bekymrad drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig kommervol; vol zorgen
bekymrat drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig
lerig drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig lemen
lerigt drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig grondachtig; kleiachtig; leemachtig; lemen
oroat drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig vervaard

Computerübersetzung von Drittern: