Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. trachten te winnen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für trachten te winnen (Niederländisch) ins Schwedisch

trachten te winnen:

trachten te winnen Verb (tracht te winnen, trachtte te winnen, trachtten te winnen, getracht te winnen)

  1. trachten te winnen
    försöka att vinna

Konjugationen für trachten te winnen:

o.t.t.
  1. tracht te winnen
  2. tracht te winnen
  3. tracht te winnen
  4. trachten te winnen
  5. trachten te winnen
  6. trachten te winnen
o.v.t.
  1. trachtte te winnen
  2. trachtte te winnen
  3. trachtte te winnen
  4. trachtten te winnen
  5. trachtten te winnen
  6. trachtten te winnen
v.t.t.
  1. heb getracht te winnen
  2. hebt getracht te winnen
  3. heeft getracht te winnen
  4. hebben getracht te winnen
  5. hebben getracht te winnen
  6. hebben getracht te winnen
v.v.t.
  1. had getracht te winnen
  2. had getracht te winnen
  3. had getracht te winnen
  4. hadden getracht te winnen
  5. hadden getracht te winnen
  6. hadden getracht te winnen
o.t.t.t.
  1. zal trachten te winnen
  2. zult trachten te winnen
  3. zal trachten te winnen
  4. zullen trachten te winnen
  5. zullen trachten te winnen
  6. zullen trachten te winnen
o.v.t.t.
  1. zou trachten te winnen
  2. zou trachten te winnen
  3. zou trachten te winnen
  4. zouden trachten te winnen
  5. zouden trachten te winnen
  6. zouden trachten te winnen
en verder
  1. ben getracht te winnen
  2. bent getracht te winnen
  3. is getracht te winnen
  4. zijn getracht te winnen
  5. zijn getracht te winnen
  6. zijn getracht te winnen
diversen
  1. tracht te winnen!
  2. trachtt te winnen!
  3. getracht te winnen
  4. trachtend te winnen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für trachten te winnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
försöka att vinna trachten te winnen

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für trachten te winnen