Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. soleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für soleren (Niederländisch) ins Schwedisch

soleren:

soleren Verb (soleer, soleert, soleerde, soleerden, gesoleerd)

  1. soleren
    spela solo
    • spela solo Verb (spelar solo, spelade solo, spelat solo)

Konjugationen für soleren:

o.t.t.
  1. soleer
  2. soleert
  3. soleert
  4. soleren
  5. soleren
  6. soleren
o.v.t.
  1. soleerde
  2. soleerde
  3. soleerde
  4. soleerden
  5. soleerden
  6. soleerden
v.t.t.
  1. heb gesoleerd
  2. hebt gesoleerd
  3. heeft gesoleerd
  4. hebben gesoleerd
  5. hebben gesoleerd
  6. hebben gesoleerd
v.v.t.
  1. had gesoleerd
  2. had gesoleerd
  3. had gesoleerd
  4. hadden gesoleerd
  5. hadden gesoleerd
  6. hadden gesoleerd
o.t.t.t.
  1. zal soleren
  2. zult soleren
  3. zal soleren
  4. zullen soleren
  5. zullen soleren
  6. zullen soleren
o.v.t.t.
  1. zou soleren
  2. zou soleren
  3. zou soleren
  4. zouden soleren
  5. zouden soleren
  6. zouden soleren
en verder
  1. ben gesoleerd
  2. bent gesoleerd
  3. is gesoleerd
  4. zijn gesoleerd
  5. zijn gesoleerd
  6. zijn gesoleerd
diversen
  1. soleer!
  2. soleert!
  3. gesoleerd
  4. solerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für soleren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spela solo soleren