Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. rondwaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rondwaren (Niederländisch) ins Schwedisch

rondwaren:

rondwaren Verb (waar rond, waart rond, waarde rond, waarden rond, rondgewaard)

  1. rondwaren (rondlopen; rondzwalken)
    gå runt; promenera runt
    • gå runt Verb (går runt, gick runt, gått runt)
    • promenera runt Verb (promenerar runt, promenerade runt, promenerat runt)

Konjugationen für rondwaren:

o.t.t.
  1. waar rond
  2. waart rond
  3. waart rond
  4. waren rond
  5. waren rond
  6. warenrond
o.v.t.
  1. waarde rond
  2. waarde rond
  3. waarde rond
  4. waarden rond
  5. waarden rond
  6. waarden rond
v.t.t.
  1. heb rondgewaard
  2. hebt rondgewaard
  3. heeft rondgewaard
  4. hebben rondgewaard
  5. hebben rondgewaard
  6. hebben rondgewaard
v.v.t.
  1. had rondgewaard
  2. had rondgewaard
  3. had rondgewaard
  4. hadden rondgewaard
  5. hadden rondgewaard
  6. hadden rondgewaard
o.t.t.t.
  1. zal rondwaren
  2. zult rondwaren
  3. zal rondwaren
  4. zullen rondwaren
  5. zullen rondwaren
  6. zullen rondwaren
o.v.t.t.
  1. zou rondwaren
  2. zou rondwaren
  3. zou rondwaren
  4. zouden rondwaren
  5. zouden rondwaren
  6. zouden rondwaren
diversen
  1. waar rond!
  2. waart rond!
  3. rondgewaard
  4. rondwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rondwaren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gå runt rondlopen; rondwaren; rondzwalken
promenera runt rondlopen; rondwaren; rondzwalken
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gå runt doorgegeven; verder gegeven