Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. pol:


Niederländisch

Detailübersetzungen für pol (Niederländisch) ins Schwedisch

pol:

pol [de ~ (m)] Nomen

  1. de pol
    klump; slag; klunga

Übersetzung Matrix für pol:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
klump pol brok; groot en dik stuk; homp; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; suikerklontje
klunga pol
slag pol aard; dreun; drevels; duw; duwtje; geklots; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdoffers; opdonder; opdonders; opduvel; opduvels; oplawaai; oplawaaien; pets; peut; por; revers; shocks; slag; soort; stempels; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag; zet

Verwandte Wörter für "pol":

  • pollen, polen, pols

Computerübersetzung von Drittern: