Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. overvaart:
  2. overvaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overvaart (Niederländisch) ins Schwedisch

overvaart:

overvaart [de ~] Nomen

  1. de overvaart (overtocht)
    passage; överfart

Übersetzung Matrix für overvaart:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
passage overtocht; overvaart doorgang; doorloop; doorrit; gang; gangboord; gangpad; hal; overloop; passage; passus; portaal; verbindingsgang; zeereis
överfart overtocht; overvaart

Verwandte Wörter für "overvaart":

  • overvaarten

overvaren:

overvaren Verb (vaar over, vaart over, voer over, voeren over, overgevaren)

  1. overvaren (met een vaartuig overzetten)
    ta båten över
    • ta båten över Verb (tar båten över, tog båten över, tagit båten över)

Konjugationen für overvaren:

o.t.t.
  1. vaar over
  2. vaart over
  3. vaart over
  4. varen over
  5. varen over
  6. varen over
o.v.t.
  1. voer over
  2. voer over
  3. voer over
  4. voeren over
  5. voeren over
  6. voeren over
v.t.t.
  1. heb overgevaren
  2. hebt overgevaren
  3. heeft overgevaren
  4. hebben overgevaren
  5. hebben overgevaren
  6. hebben overgevaren
v.v.t.
  1. had overgevaren
  2. had overgevaren
  3. had overgevaren
  4. hadden overgevaren
  5. hadden overgevaren
  6. hadden overgevaren
o.t.t.t.
  1. zal overvaren
  2. zult overvaren
  3. zal overvaren
  4. zullen overvaren
  5. zullen overvaren
  6. zullen overvaren
o.v.t.t.
  1. zou overvaren
  2. zou overvaren
  3. zou overvaren
  4. zouden overvaren
  5. zouden overvaren
  6. zouden overvaren
en verder
  1. ben overgevaren
  2. bent overgevaren
  3. is overgevaren
  4. zijn overgevaren
  5. zijn overgevaren
  6. zijn overgevaren
diversen
  1. vaar over!
  2. vaart over!
  3. overgevaren
  4. overvarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overvaren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ta båten över met een vaartuig overzetten; overvaren