Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opzouten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opzouten (Niederländisch) ins Schwedisch

opzouten:

opzouten Verb (zout op, zoutte op, zoutten op, opgezouten)

  1. opzouten (inpekelen; inmaken; inzouten)
    marinera; sylta
    • marinera Verb (marinerar, marinerade, marinerat)
    • sylta Verb (syltar, syltade, syltat)

Konjugationen für opzouten:

o.t.t.
  1. zout op
  2. zout op
  3. zout op
  4. zouten op
  5. zouten op
  6. zouten op
o.v.t.
  1. zoutte op
  2. zoutte op
  3. zoutte op
  4. zoutten op
  5. zoutten op
  6. zoutten op
v.t.t.
  1. heb opgezouten
  2. hebt opgezouten
  3. heeft opgezouten
  4. hebben opgezouten
  5. hebben opgezouten
  6. hebben opgezouten
v.v.t.
  1. had opgezouten
  2. had opgezouten
  3. had opgezouten
  4. hadden opgezouten
  5. hadden opgezouten
  6. hadden opgezouten
o.t.t.t.
  1. zal opzouten
  2. zult opzouten
  3. zal opzouten
  4. zullen opzouten
  5. zullen opzouten
  6. zullen opzouten
o.v.t.t.
  1. zou opzouten
  2. zou opzouten
  3. zou opzouten
  4. zouden opzouten
  5. zouden opzouten
  6. zouden opzouten
diversen
  1. zout op!
  2. zout op!
  3. opgezouten
  4. opzoutend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opzouten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
marinera inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten inmaken; marineren; toebereiden
sylta inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten conserveren; inleggen