Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze oproken

übersetze oproken von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. oproken:

Niederländisch

Detailübersetzungen für oproken (Niederländisch) ins Schwedisch

oproken:

oproken Verb (rook op, rookt op, rookte op, rookten op, opgerookt)

  1. oproken
    röka
    • röka Verb (röker, rökte, rökt)

Konjugationen für oproken:

o.t.t.
  1. rook op
  2. rookt op
  3. rookt op
  4. roken op
  5. roken op
  6. roken op
o.v.t.
  1. rookte op
  2. rookte op
  3. rookte op
  4. rookten op
  5. rookten op
  6. rookten op
v.t.t.
  1. heb opgerookt
  2. hebt opgerookt
  3. heeft opgerookt
  4. hebben opgerookt
  5. hebben opgerookt
  6. hebben opgerookt
v.v.t.
  1. had opgerookt
  2. had opgerookt
  3. had opgerookt
  4. hadden opgerookt
  5. hadden opgerookt
  6. hadden opgerookt
o.t.t.t.
  1. zal oproken
  2. zult oproken
  3. zal oproken
  4. zullen oproken
  5. zullen oproken
  6. zullen oproken
o.v.t.t.
  1. zou oproken
  2. zou oproken
  3. zou oproken
  4. zouden oproken
  5. zouden oproken
  6. zouden oproken
en verder
  3. is opgerookt
  6. zijn opgerookt
diversen
  1. rook op!
  2. rookt op!
  5. opgerookt
  6. oprokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für oproken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
röka oproken dampen; roken; tabak roken; walm afgeven; walmen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0160 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden