Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. omverlopen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omverlopen (Niederländisch) ins Schwedisch

omverlopen:

omverlopen Verb (loop omver, loopt omver, liep omver, liepen omver, omver gelopen)

  1. omverlopen
    springa nedför
    • springa nedför Verb (springer nedför, sprang nedför, sprungit nedför)

Konjugationen für omverlopen:

o.t.t.
  1. loop omver
  2. loopt omver
  3. loopt omver
  4. lopen omver
  5. lopen omver
  6. lopen omver
o.v.t.
  1. liep omver
  2. liep omver
  3. liep omver
  4. liepen omver
  5. liepen omver
  6. liepen omver
v.t.t.
  1. ben omver gelopen
  2. bent omver gelopen
  3. is omver gelopen
  4. zijn omver gelopen
  5. zijn omver gelopen
  6. zijn omver gelopen
v.v.t.
  1. was omver gelopen
  2. was omver gelopen
  3. was omver gelopen
  4. waren omver gelopen
  5. waren omver gelopen
  6. waren omver gelopen
o.t.t.t.
  1. zal omverlopen
  2. zult omverlopen
  3. zal omverlopen
  4. zullen omverlopen
  5. zullen omverlopen
  6. zullen omverlopen
o.v.t.t.
  1. zou omverlopen
  2. zou omverlopen
  3. zou omverlopen
  4. zouden omverlopen
  5. zouden omverlopen
  6. zouden omverlopen
en verder
  1. heb omver gelopen
  2. hebt omver gelopen
  3. heeft omver gelopen
  4. hebben omver gelopen
  5. hebben omver gelopen
  6. hebben omver gelopen
diversen
  1. loop omver!
  2. loopt omver!
  3. omver gelopen
  4. omver lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omverlopen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
springa nedför omverlopen

Computerübersetzung von Drittern: