Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. omlaagbrengen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omlaagbrengen (Niederländisch) ins Schwedisch

omlaagbrengen:

omlaagbrengen Verb (breng omlaag, brengt omlaag, bracht omlaag, brachten omlaag, omlaaggebracht)

  1. omlaagbrengen
    ta ned
    • ta ned Verb (tar ned, tog ned, tagit ned)

Konjugationen für omlaagbrengen:

o.t.t.
  1. breng omlaag
  2. brengt omlaag
  3. brengt omlaag
  4. brengen omlaag
  5. brengen omlaag
  6. brengen omlaag
o.v.t.
  1. bracht omlaag
  2. bracht omlaag
  3. bracht omlaag
  4. brachten omlaag
  5. brachten omlaag
  6. brachten omlaag
v.t.t.
  1. heb omlaaggebracht
  2. hebt omlaaggebracht
  3. heeft omlaaggebracht
  4. hebben omlaaggebracht
  5. hebben omlaaggebracht
  6. hebben omlaaggebracht
v.v.t.
  1. had omlaaggebracht
  2. had omlaaggebracht
  3. had omlaaggebracht
  4. hadden omlaaggebracht
  5. hadden omlaaggebracht
  6. hadden omlaaggebracht
o.t.t.t.
  1. zal omlaagbrengen
  2. zult omlaagbrengen
  3. zal omlaagbrengen
  4. zullen omlaagbrengen
  5. zullen omlaagbrengen
  6. zullen omlaagbrengen
o.v.t.t.
  1. zou omlaagbrengen
  2. zou omlaagbrengen
  3. zou omlaagbrengen
  4. zouden omlaagbrengen
  5. zouden omlaagbrengen
  6. zouden omlaagbrengen
en verder
  1. ben omlaaggebracht
  2. bent omlaaggebracht
  3. is omlaaggebracht
  4. zijn omlaaggebracht
  5. zijn omlaaggebracht
  6. zijn omlaaggebracht
diversen
  1. breng omlaag!
  2. brengt omlaag!
  3. omlaaggebracht
  4. omlaagbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omlaagbrengen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ta ned omlaagbrengen neerleggen; onderuit halen