Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze nieuwkomer

übersetze nieuwkomer von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

nieuwkomer:
- gröngöling; nykomling; novis; nybörjare; rookie
Wiktionary:
- nieuwkomer → nykomling

Niederländisch

Detailübersetzungen für nieuwkomer (Niederländisch) ins Schwedisch

nieuwkomer:

nieuwkomer [de ~ (m)] Nomen

de nieuwkomer (nieuweling)
gröngöling; nykomling; novis; nybörjare; rookie
- gröngöling [-en] Nomen
- nykomling [-en] Nomen
- novis [-en] Nomen
- nybörjare [-en] Nomen
- rookie Nomen
de nieuwkomer (groentje)
gröngöling; nybörjare; novis; nykomling
- gröngöling [-en] Nomen
- nybörjare [-en] Nomen
- novis [-en] Nomen
- nykomling [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für nieuwkomer:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
gröngöling	groentje; nieuweling; nieuwkomer	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje
novis	groentje; nieuweling; nieuwkomer	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje
nybörjare	groentje; nieuweling; nieuwkomer	aspirant; beginneling; beginnelinge; beginnelingen; beginner; beginners; eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; mensen die beginnen
nykomling	groentje; nieuweling; nieuwkomer
rookie	nieuweling; nieuwkomer	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; lafaard; lafbek; melkmuil

Verwandte Wörter für "nieuwkomer":

nieuwkomers

Wiktionary Übersetzungen für nieuwkomer:

Cross Translation:

From	To	Via
• nieuwkomer	→ nykomling	↔ newcomer — one who has recently arrived in a community