Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. nabouwen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nabouwen (Niederländisch) ins Schwedisch

nabouwen:

nabouwen Verb

  1. nabouwen (nazeggen; herhalen; napraten; echoën)
    upprepa; eka; säga efter
    • upprepa Verb (upprepar, upprepade, upprepat)
    • eka Verb (ekar, ekade, ekat)
    • säga efter Verb (säger efter, sa efter, sagt efter)

Übersetzung Matrix für nabouwen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eka echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen echoën; galmen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
säga efter echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen
upprepa echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen declameren; herhalen; hoogdravend praten; navertellen; oreren

Computerübersetzung von Drittern: