Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kunde:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kunde (Niederländisch) ins Schwedisch

kunde:

kunde [de ~ (v)] Nomen

  1. de kunde (kundigheid)
    kunskap; förmåga; färdighet; skicklighet

Übersetzung Matrix für kunde:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
färdighet kunde; kundigheid bekwaamheid; capaciteit; faciliteit; kracht; vaardigheid; vermogen
förmåga kunde; kundigheid bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; geldelijk vermogen; kracht; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid; vermogen
kunskap kunde; kundigheid bekende; ervaring; gnosis; kennis; praktijk; routine; weten; wetenschap
skicklighet kunde; kundigheid begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; geldelijk vermogen; handigheid; kneep; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vermogen

Wiktionary Übersetzungen für kunde:


Cross Translation:
FromToVia
kunde kännedom; kunskap connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître