Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kaalheid:
  2. kaal:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kaalheid (Niederländisch) ins Schwedisch

kaalheid:

kaalheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de kaalheid
    mod; modighet

Übersetzung Matrix für kaalheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mod kaalheid dapperheid; durf; gewaagdheid; koenheid; kranigheid; lef; moed; onversaagdheid
modighet kaalheid heroïek

Verwandte Wörter für "kaalheid":


kaal:

kaal Adjektiv

  1. kaal (onbehaard; zonder haar)
    kal; kalt
  2. kaal (onherbergzaam; steriel; ruig; ongastvrij)
    ogästvänlig; karg

Übersetzung Matrix für kaal:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- kale
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kal kaal; onbehaard; zonder haar bar; onbegroeid; ontbladerd
kalt kaal; onbehaard; zonder haar bar; onbegroeid; ontbladerd
karg kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel bar; onbegroeid
ogästvänlig kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel

Verwandte Wörter für "kaal":


Wiktionary Übersetzungen für kaal:

kaal
adjective
  1. zonder of met heel weinig hoofdhaar, veren, bladeren, begroeiing, enzovoort

Cross Translation:
FromToVia
kaal blanksliten bald — (of tyre) whose surface is worn away
kaal skallig bald — having no hair
kaal flintskallig; skallig; kal chauve — Qui n’a plus de cheveux