Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. inkwartieren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inkwartieren (Niederländisch) ins Schwedisch

inkwartieren:

inkwartieren Verb (kwartier in, kwartiert in, kwartierde in, kwartierden in, ingekwartierd)

  1. inkwartieren (militairen bij burgers inlegeren)
    inkvartera
    • inkvartera Verb (inkvarterar, inkvarterade, inkvarterat)

Konjugationen für inkwartieren:

o.t.t.
  1. kwartier in
  2. kwartiert in
  3. kwartiert in
  4. kwartieren in
  5. kwartieren in
  6. kwartieren in
o.v.t.
  1. kwartierde in
  2. kwartierde in
  3. kwartierde in
  4. kwartierden in
  5. kwartierden in
  6. kwartierden in
v.t.t.
  1. heb ingekwartierd
  2. hebt ingekwartierd
  3. heeft ingekwartierd
  4. hebben ingekwartierd
  5. hebben ingekwartierd
  6. hebben ingekwartierd
v.v.t.
  1. had ingekwartierd
  2. had ingekwartierd
  3. had ingekwartierd
  4. hadden ingekwartierd
  5. hadden ingekwartierd
  6. hadden ingekwartierd
o.t.t.t.
  1. zal inkwartieren
  2. zult inkwartieren
  3. zal inkwartieren
  4. zullen inkwartieren
  5. zullen inkwartieren
  6. zullen inkwartieren
o.v.t.t.
  1. zou inkwartieren
  2. zou inkwartieren
  3. zou inkwartieren
  4. zouden inkwartieren
  5. zouden inkwartieren
  6. zouden inkwartieren
en verder
  1. ben ingekwartierd
  2. bent ingekwartierd
  3. is ingekwartierd
  4. zijn ingekwartierd
  5. zijn ingekwartierd
  6. zijn ingekwartierd
diversen
  1. kwartier in!
  2. kwartiert in!
  3. ingekwartierd
  4. inkwartierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inkwartieren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inkvartera inkwartieren; militairen bij burgers inlegeren accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen