Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. glinstering:


Niederländisch

Detailübersetzungen für glinstering (Niederländisch) ins Schwedisch

glinstering:

glinstering [de ~ (v)] Nomen

  1. de glinstering (fonkeling; gefonkel)
  2. de glinstering (vonk; flakker)
    flimmer; gnister

Übersetzung Matrix für glinstering:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flimmer flakker; glinstering; vonk
gnister flakker; glinstering; vonk sprankeltje; vonkje
gnistrande fonkeling; gefonkel; glinstering
sprudlande fonkeling; gefonkel; glinstering borrelen; bruisen; geborrel; gebruis; gebubbel; gesprankel; het bruisen; opbruising
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sprudlande glinsterend; schitterend

Verwandte Wörter für "glinstering":

  • glinsteringen