Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gespierdheid:
  2. gespierd:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gespierdheid (Niederländisch) ins Schwedisch

gespierdheid:

gespierdheid [znw.] Nomen

  1. gespierdheid
    kraft; muskelstyrka

Übersetzung Matrix für gespierdheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kraft gespierdheid capaciteit; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; kracht; sterkte; stuwkracht; vermogen; voortstuwing
muskelstyrka gespierdheid

Verwandte Wörter für "gespierdheid":


gespierdheid form of gespierd:

gespierd Adjektiv

  1. gespierd

Übersetzung Matrix für gespierd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
muskulös gespierd ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
muskulöst gespierd ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd

Verwandte Wörter für "gespierd":

  • gespierdheid, gespierder, gespierdere, gespierdst, gespierdste

Wiktionary Übersetzungen für gespierd:


Cross Translation:
FromToVia
gespierd atletisk; muskulös; biffig brawny — characterized by brawn
gespierd muskulös muscular — having strength