Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gelukzalig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelukzalig (Niederländisch) ins Schwedisch

gelukzalig:

gelukzalig Adjektiv

  1. gelukzalig (zielsgelukkig; verrukt; zalig)
    lyckligt; lycklig

Übersetzung Matrix für gelukzalig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lycklig gelukzalig; verrukt; zalig; zielsgelukkig aangenaam; behaaglijk; blijmoedig; fijn; fortuinlijk; gelukkig; heugelijk; heuglijk; leuk; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; verblijdend
lyckligt gelukzalig; verrukt; zalig; zielsgelukkig aangenaam; behaaglijk; blijmoedig; dolgelukkig; fijn; fortuinlijk; geluk genietend; gelukkig; heugelijk; heuglijk; leuk; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; verblijdend

Verwandte Wörter für "gelukzalig":


Computerübersetzung von Drittern: