Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. floreren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für floreren (Niederländisch) ins Schwedisch

floreren:

floreren Verb (floreer, floreert, floreerde, floreerden, gefloreerd)

  1. floreren (bloeien; goed lopen)
    blomma; frodas; blomstra
    • blomma Verb (blommar, blommade, blommat)
    • frodas Verb (frodas, frodades, frodats)
    • blomstra Verb (blomstrar, blomstrade, blomstrat)

Konjugationen für floreren:

o.t.t.
  1. floreer
  2. floreert
  3. floreert
  4. floreren
  5. floreren
  6. floreren
o.v.t.
  1. floreerde
  2. floreerde
  3. floreerde
  4. floreerden
  5. floreerden
  6. floreerden
v.t.t.
  1. heb gefloreerd
  2. hebt gefloreerd
  3. heeft gefloreerd
  4. hebben gefloreerd
  5. hebben gefloreerd
  6. hebben gefloreerd
v.v.t.
  1. had gefloreerd
  2. had gefloreerd
  3. had gefloreerd
  4. hadden gefloreerd
  5. hadden gefloreerd
  6. hadden gefloreerd
o.t.t.t.
  1. zal floreren
  2. zult floreren
  3. zal floreren
  4. zullen floreren
  5. zullen floreren
  6. zullen floreren
o.v.t.t.
  1. zou floreren
  2. zou floreren
  3. zou floreren
  4. zouden floreren
  5. zouden floreren
  6. zouden floreren
diversen
  1. floreer!
  2. floreert!
  3. gefloreerd
  4. florerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für floreren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blomma bloem; voorplantingsorgaan van plant
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blomma bloeien; floreren; goed lopen bloeien; tot hoogconjunctuur komen
blomstra bloeien; floreren; goed lopen ontplooien; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen
frodas bloeien; floreren; goed lopen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blomma bloeien

Wiktionary Übersetzungen für floreren:


Cross Translation:
FromToVia
floreren frodas; blomstra flourish — to thrive or grow well
floreren blomma fleurirproduire des fleurs, se couvrir de fleurs, ou être en fleurs.