Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. donders:
  2. donder:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für donders (Niederländisch) ins Schwedisch

donders:

donders Adjektiv

  1. donders (verduiveld)
    satan; förbannad; djävulsk
  2. donders (verrekte)

Übersetzung Matrix für donders:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
satan boosaardig wezen; demon; duivel; kwaad; kwelduivel; satan
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
djävulsk donders; verduiveld; verrekte demonisch; demonische
djävulskt donders; verrekte demonisch; demonische; satanisch
förbannad donders; verduiveld boos; dol; erg boos; furieus; gedoemd; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt; verwenst; woedend; woest
satan donders; verduiveld

Verwandte Wörter für "donders":


donder:

donder [de ~ (m)] Nomen

  1. de donder
    åska

Übersetzung Matrix für donder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
åska donder bliksem; donderbui; onweer; weerlicht
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
åska donderen; onweren

Verwandte Wörter für "donder":


Wiktionary Übersetzungen für donder:

donder
noun
  1. een zeer luid geluid bij onweer

Cross Translation:
FromToVia
donder åska Donner — ein krachendes, mahlendes, grollendes oder rollendes Geräusch, das von einem Blitz während eines Gewitters erzeugt wird
donder åska; smäll thunder — sound caused by a lightning
donder tordön; åska tonnerre — météorologie|fr bruit de la foudre.