Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aanvreten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanvreten (Niederländisch) ins Schwedisch

aanvreten:

aanvreten Verb

  1. aanvreten (aanbijten)
    gnaga
    • gnaga Verb (gnagar, gnagade, gnagat)
  2. aanvreten (beschadigen; aantasten; bederven)
    förstöra; skada
    • förstöra Verb (förstör, förstörde, förstört)
    • skada Verb (skadar, skadade, skadat)

Übersetzung Matrix für aanvreten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstöra afbraak; sloop
skada afbreuk; averij; belediging; benadeling; beschadigen; beschadiging; blessure; grief; het verliezen; krenking; kwetsen; kwetsuur; laster; letsel; nadeel; oneer; schade; schadepost; schande; smaad; verlies; verliespost; verwonding; wond
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstöra aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen 'n aframmeling geven; afbreken; aframmelen; afrossen; bederven; breken; iets bederven; iets vergallen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren; liquideren; neerhalen; omverhalen; ontkrachten; ontzenuwen; ruineren; slopen; stukmaken; te gronde richten; uit elkaar halen; uitroeien; verbroddelen; verdelgen; vergallen; verkankeren; verklungelen; verknallen; verknoeien; vernielen; vernietigen; verpesten; verwoesten; verzieken; weerleggen
gnaga aanbijten; aanvreten etteren; inkankeren; kluiven; knabbelen; knauwen; peuzelen; pus afscheiden
skada aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen afbreuk doen aan; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; knauwen; krenken; kwellen; kwetsen; martelen; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; nadelig zijn voor; onteren; ontwijden; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstöra laten exploderen; opblazen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
skada helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig