Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. dronken:
  2. drinken:
  3. dronk:
  4. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dronken (Niederländisch) ins Schwedisch

dronken:

dronken Adjektiv

  1. dronken (beschonken; ladderzat; zat; bezopen)
    berusat; drucken; drucket; på lyset
  2. dronken (aangeschoten; beneveld; beschonken)
    påverkat; full; onyktert; fullt; onykter; berusat

Übersetzung Matrix für dronken:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- zat
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
berusat aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat bedwelmd; onder invloed
drucken beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat bedwelmd; onder invloed
drucket beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
full aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken kompleet; plenair; voltallig
fullt aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken afgeladen; opgevuld; verzadigd; vol; volgegeten; volgestopt
onykter aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken
onyktert aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken
på lyset beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat
påverkat aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken

Verwandte Wörter für "dronken":

  • dronkenst, dronkenste, dronk

Synonyms for "dronken":


Antonyme für "dronken":


Verwandte Definitionen für "dronken":

  1. onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken1
    • na twintig biertjes was hij dronken1

Wiktionary Übersetzungen für dronken:


Cross Translation:
FromToVia
dronken berusad; packad; dragen; drucken; full drunk — intoxicated after drinking too much alcohol
dronken drucken; full drunken — In the state of alcoholic intoxication
dronken berusad; drucken; full; rusig ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.

drinken:

drinken Verb (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)

  1. drinken (alcohol gebruiken)
    snapsa; dricka; supa; sprita; tuta
    • snapsa Verb (snapsar, snapsade, snapsat)
    • dricka Verb (dricker, drack, druckit)
    • supa Verb (super, söp, supit)
    • sprita Verb (spritar, spritade, spritat)
    • tuta Verb (tutar, tutade, tutat)
  2. drinken (zuipen; borrelen)
    dricka för mycket; få sig en fulla; supa
    • dricka för mycket Verb (dricker för mycket, drack för mycket, druckit för mycket)
    • få sig en fulla Verb (får sig en fulla, fick sig en fulla, fått sig en fulla)
    • supa Verb (super, söp, supit)

Konjugationen für drinken:

o.t.t.
  1. drink
  2. drinkt
  3. drinkt
  4. drinken
  5. drinken
  6. drinken
o.v.t.
  1. dronk
  2. dronk
  3. dronk
  4. dronken
  5. dronken
  6. dronken
v.t.t.
  1. heb gedronken
  2. hebt gedronken
  3. heeft gedronken
  4. hebben gedronken
  5. hebben gedronken
  6. hebben gedronken
v.v.t.
  1. had gedronken
  2. had gedronken
  3. had gedronken
  4. hadden gedronken
  5. hadden gedronken
  6. hadden gedronken
o.t.t.t.
  1. zal drinken
  2. zult drinken
  3. zal drinken
  4. zullen drinken
  5. zullen drinken
  6. zullen drinken
o.v.t.t.
  1. zou drinken
  2. zou drinken
  3. zou drinken
  4. zouden drinken
  5. zouden drinken
  6. zouden drinken
diversen
  1. drink!
  2. drinkt!
  3. gedronken
  4. drinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drinken [znw.] Nomen

  1. drinken

Übersetzung Matrix für drinken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
drickande drinken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dricka alcohol gebruiken; drinken borrel pakken; borrelen; een borrel drinken; ledigen; leegdrinken; leegmaken; neut nemen; opdrinken; uitdrinken; zich laven; zich verkwikken; zijn dorst stillen
dricka för mycket borrelen; drinken; zuipen
få sig en fulla borrelen; drinken; zuipen
snapsa alcohol gebruiken; drinken
sprita alcohol gebruiken; drinken
supa alcohol gebruiken; borrelen; drinken; zuipen overmatig veel drinken; pimpelen
tuta alcohol gebruiken; drinken claxonneren; toeteren
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuta toet; toeterend geluid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuta bliep

Verwandte Definitionen für "drinken":

  1. regelmatig sterke drank gebruiken1
    • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  2. vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken1
    • we drinken een glas melk1

Wiktionary Übersetzungen für drinken:


Cross Translation:
FromToVia
drinken dricka drink — consume liquid through the mouth
drinken dricka; supa drink — consume alcoholic beverages
drinken klunk; drickande drink — action of drinking
drinken dricka boiremettre un liquide dans sa bouche et l’avaler.

dronken form of dronk:

dronk [de ~ (m)] Nomen

  1. de dronk (teug; slok)
    fatöl; tappning

Übersetzung Matrix für dronk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fatöl dronk; slok; teug tapbier
tappning dronk; slok; teug bottelen

Verwandte Wörter für "dronk":


Verwandte Übersetzungen für dronken