Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. vermogen:
  2. Wiktionary:
Schwedisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. övermogen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vermogen (Niederländisch) ins Schwedisch

vermogen:

vermogen [het ~] Nomen

  1. het vermogen (geldelijk vermogen)
    förmåga; skicklighet; duglighet
  2. het vermogen (capaciteit; kracht)
    förmåga; makt; färdighet; kraft; ork
  3. het vermogen (kracht; macht)
    styrka

vermogen Verb

  1. vermogen (in staat zijn; kunnen)
    vara kapabel
    • vara kapabel Verb (är kapabel, var kapabel, varit kapabel)

Übersetzung Matrix für vermogen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
duglighet geldelijk vermogen; vermogen bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid
färdighet capaciteit; kracht; vermogen bekwaamheid; faciliteit; kunde; kundigheid; vaardigheid
förmåga capaciteit; geldelijk vermogen; kracht; vermogen bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; kunde; kundigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid
kraft capaciteit; kracht; vermogen dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gespierdheid; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; kracht; sterkte; stuwkracht; voortstuwing
makt capaciteit; kracht; vermogen autoriteit; beheersing; gezag; heerschappij; macht; mate van bekwaamheid; mogendheden; mogendheid
ork capaciteit; kracht; vermogen
skicklighet geldelijk vermogen; vermogen begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; handigheid; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid
styrka kracht; macht; vermogen dynamiek; energie; felheid; fermheid; fiksheid; flinkheid; forsheid; gedrongenheid; kracht; krachtdadigheid; krijgsmacht; leger; legermacht; spierkracht; sterkte; stevigheid; strijdmacht; troepenmacht; werkgroep
- macht
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vara kapabel in staat zijn; kunnen; vermogen

Verwandte Wörter für "vermogen":

  • vermogens

Synonyms for "vermogen":


Verwandte Definitionen für "vermogen":

  1. kracht om iets te doen1
    • hij heeft het vermogen om iedereen blij te maken1
  2. rijkdom, groot bezit1
    • zijn vermogen is de laatste jaren alleen maar gegroeid1

Wiktionary Übersetzungen für vermogen:

vermogen
noun
  1. de kwaliteiten om iets te kunnen doen

Cross Translation:
FromToVia
vermogen förmåga ability — quality or state of being able
vermogen förmögenhet fortune — lots of riches
vermogen last load — the electrical current or power delivered by a device
vermogen kanske might — ability
vermogen effekt power — physics: measure of the rate of doing work or transferring energy
vermogen makt; mäktighet; välgång wealth — power, of the kind associated with a great deal of money
vermogen makt capacité — Pouvoirs reconnus par la loi
vermogen kapital; fond; bondgård; gård; säteri fondsensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.
vermogen makt habilité — rare|fr droit|fr résultat de l’habilitation, aptitude.

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für vermogen



Schwedisch

Detailübersetzungen für vermogen (Schwedisch) ins Niederländisch

övermogen:

övermogen Adjektiv

  1. övermogen
    overrijp

Übersetzung Matrix für övermogen:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
overrijp övermogen

Computerübersetzung von Drittern: