Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. vertimmeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for vertimmeren in Niederländisch

vertimmeren:

vertimmeren Verb (vertimmer, vertimmert, vertimmerde, vertimmerden, vertimmerd)

  1. vertimmeren
    verbouwen; vertimmeren
    • verbouwen Verb (verbouw, verbouwt, verbouwde, verbouwden, verbouwd)
    • vertimmeren Verb (vertimmer, vertimmert, vertimmerde, vertimmerden, vertimmerd)

Konjugationen für vertimmeren:

o.t.t.
  1. vertimmer
  2. vertimmert
  3. vertimmert
  4. vertimmeren
  5. vertimmeren
  6. vertimmeren
o.v.t.
  1. vertimmerde
  2. vertimmerde
  3. vertimmerde
  4. vertimmerden
  5. vertimmerden
  6. vertimmerden
v.t.t.
  1. heb vertimmerd
  2. hebt vertimmerd
  3. heeft vertimmerd
  4. hebben vertimmerd
  5. hebben vertimmerd
  6. hebben vertimmerd
v.v.t.
  1. had vertimmerd
  2. had vertimmerd
  3. had vertimmerd
  4. hadden vertimmerd
  5. hadden vertimmerd
  6. hadden vertimmerd
o.t.t.t.
  1. zal vertimmeren
  2. zult vertimmeren
  3. zal vertimmeren
  4. zullen vertimmeren
  5. zullen vertimmeren
  6. zullen vertimmeren
o.v.t.t.
  1. zou vertimmeren
  2. zou vertimmeren
  3. zou vertimmeren
  4. zouden vertimmeren
  5. zouden vertimmeren
  6. zouden vertimmeren
diversen
  1. vertimmer!
  2. vertimmert!
  3. vertimmerd
  4. vertimmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze