Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. versteld:
  2. verstellen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for versteld in Niederländisch

versteld:

versteld Adjektiv

  1. versteld
    opgelapt; versteld

Verwandte Wörter für "versteld":


verstellen:

verstellen Verb (verstel, verstelt, verstelde, verstelden, versteld)

  1. verstellen
    verstellen
    • verstellen Verb (verstel, verstelt, verstelde, verstelden, versteld)

Konjugationen für verstellen:

o.t.t.
  1. verstel
  2. verstelt
  3. verstelt
  4. verstellen
  5. verstellen
  6. verstellen
o.v.t.
  1. verstelde
  2. verstelde
  3. verstelde
  4. verstelden
  5. verstelden
  6. verstelden
v.t.t.
  1. heb versteld
  2. hebt versteld
  3. heeft versteld
  4. hebben versteld
  5. hebben versteld
  6. hebben versteld
v.v.t.
  1. had versteld
  2. had versteld
  3. had versteld
  4. hadden versteld
  5. hadden versteld
  6. hadden versteld
o.t.t.t.
  1. zal verstellen
  2. zult verstellen
  3. zal verstellen
  4. zullen verstellen
  5. zullen verstellen
  6. zullen verstellen
o.v.t.t.
  1. zou verstellen
  2. zou verstellen
  3. zou verstellen
  4. zouden verstellen
  5. zouden verstellen
  6. zouden verstellen
diversen
  1. verstel!
  2. verstelt!
  3. versteld
  4. verstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for versteld