Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. verdund:
  2. verdunnen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for verdund in Niederländisch

verdund:

verdund Adjektiv

  1. verdund
    aangelengd; verdund

verdunnen:

verdunnen Verb (verdun, verdunt, verdunde, verdunden, verdund)

  1. verdunnen
    verdunnen; versnijden; verwateren; aanlengen
    • verdunnen Verb (verdun, verdunt, verdunde, verdunden, verdund)
    • versnijden Verb (versnijd, versnijdt, versneed, versneden, versneden)
    • verwateren Verb (verwater, verwatert, verwaterde, verwaterden, verwaterd)
    • aanlengen Verb (leng aan, lengt aan, lengde aan, lengden aan, aangelengd)

Konjugationen für verdunnen:

o.t.t.
  1. verdun
  2. verdunt
  3. verdunt
  4. verdunnen
  5. verdunnen
  6. verdunnen
o.v.t.
  1. verdunde
  2. verdunde
  3. verdunde
  4. verdunden
  5. verdunden
  6. verdunden
v.t.t.
  1. heb verdund
  2. hebt verdund
  3. heeft verdund
  4. hebben verdund
  5. hebben verdund
  6. hebben verdund
v.v.t.
  1. had verdund
  2. had verdund
  3. had verdund
  4. hadden verdund
  5. hadden verdund
  6. hadden verdund
o.t.t.t.
  1. zal verdunnen
  2. zult verdunnen
  3. zal verdunnen
  4. zullen verdunnen
  5. zullen verdunnen
  6. zullen verdunnen
o.v.t.t.
  1. zou verdunnen
  2. zou verdunnen
  3. zou verdunnen
  4. zouden verdunnen
  5. zouden verdunnen
  6. zouden verdunnen
diversen
  1. verdun!
  2. verdunt!
  3. verdund
  4. verdunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze