Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. verdelgen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for verdelgen in Niederländisch

verdelgen:

verdelgen Verb (verdelg, verdelgt, verdelgde, verdelgden, verdelgd)

  1. verdelgen
    uitroeien; verdelgen
    • uitroeien Verb (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)
    • verdelgen Verb (verdelg, verdelgt, verdelgde, verdelgden, verdelgd)

Konjugationen für verdelgen:

o.t.t.
  1. verdelg
  2. verdelgt
  3. verdelgt
  4. verdelgen
  5. verdelgen
  6. verdelgen
o.v.t.
  1. verdelgde
  2. verdelgde
  3. verdelgde
  4. verdelgden
  5. verdelgden
  6. verdelgden
v.t.t.
  1. heb verdelgd
  2. hebt verdelgd
  3. heeft verdelgd
  4. hebben verdelgd
  5. hebben verdelgd
  6. hebben verdelgd
v.v.t.
  1. had verdelgd
  2. had verdelgd
  3. had verdelgd
  4. hadden verdelgd
  5. hadden verdelgd
  6. hadden verdelgd
o.t.t.t.
  1. zal verdelgen
  2. zult verdelgen
  3. zal verdelgen
  4. zullen verdelgen
  5. zullen verdelgen
  6. zullen verdelgen
o.v.t.t.
  1. zou verdelgen
  2. zou verdelgen
  3. zou verdelgen
  4. zouden verdelgen
  5. zouden verdelgen
  6. zouden verdelgen
diversen
  1. verdelg!
  2. verdelgt!
  3. verdelgd
  4. verdelgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze