Niederländisch

Detailed Synonyms for uitvoerig in Niederländisch

uitvoerig:

uitvoerig Adjektiv

  1. uitvoerig
  2. uitvoerig
  3. uitvoerig
    uitgebreid; ampel; uitvoerig; omstandig; breedvoerig
  4. uitvoerig
    – met alle bijzonderheden erbij 1
    uitvoerig
    – met alle bijzonderheden erbij 1
    • uitvoerig Adjektiv
      • hij vertelde uitvoerig hoe het gegaan was1

Verwandte Wörter für "uitvoerig":

  • uitvoerigheid, uitvoeriger, uitvoerigere, uitvoerigst, uitvoerigste, uitvoerige

Antonyme für "uitvoerig":


Verwandte Definitionen für "uitvoerig":

  1. met alle bijzonderheden erbij1
    • hij vertelde uitvoerig hoe het gegaan was1