Niederländisch
Detailed Synonyms for uitgebreid in Niederländisch
uitgebreid:
-
uitgebreid
uitgebreid; uitvoerig; omslachtig; breedsprakig; wijdlopig; breedvoerig; langdradig; omstandig-
uitgebreid Adjektiv
-
uitvoerig Adjektiv
-
omslachtig Adjektiv
-
breedsprakig Adjektiv
-
wijdlopig Adjektiv
-
breedvoerig Adjektiv
-
langdradig Adjektiv
-
omstandig Adjektiv
-
-
uitgebreid
-
uitgebreid
uitgebreid; ampel; uitvoerig; omstandig; breedvoerig-
uitgebreid Adjektiv
-
ampel Adjektiv
-
uitvoerig Adjektiv
-
omstandig Adjektiv
-
breedvoerig Adjektiv
-
-
uitgebreid
uitgebreid-
uitgebreid Adjektiv
-
Verwandte Wörter für "uitgebreid":
uitgebreid form of uitbreiden:
-
uitbreiden
-
uitbreiden
-
uitbreiden
-
uitbreiden
– groter in omvang maken 1 -
uitbreiden
– groter in omvang worden 1
Konjugationen für uitbreiden:
o.t.t.
- breid uit
- breidt uit
- breidt uit
- breiden uit
- breiden uit
- breiden uit
o.v.t.
- breidde uit
- breidde uit
- breidde uit
- breidden uit
- breidden uit
- breidden uit
v.t.t.
- ben uitgebreid
- bent uitgebreid
- is uitgebreid
- zijn uitgebreid
- zijn uitgebreid
- zijn uitgebreid
v.v.t.
- was uitgebreid
- was uitgebreid
- was uitgebreid
- waren uitgebreid
- waren uitgebreid
- waren uitgebreid
o.t.t.t.
- zal uitbreiden
- zult uitbreiden
- zal uitbreiden
- zullen uitbreiden
- zullen uitbreiden
- zullen uitbreiden
o.v.t.t.
- zou uitbreiden
- zou uitbreiden
- zou uitbreiden
- zouden uitbreiden
- zouden uitbreiden
- zouden uitbreiden
diversen
- breid uit!
- breidt uit!
- uitgebreid
- uitbreidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze