Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze tralie

Synonyms for "tralie" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. tralie:
  2. traliën:

Niederländisch

Detailed Synonyms for tralie in Niederländisch

tralie:

tralie [de ~ (v)] Nomen

  1. de tralie
    de tralie; de stijl; de spijl

Verwandte Wörter für "tralie":

  • tralies, tralietje, tralietjes

tralie form of traliën:

traliën Verb (tralie, traliet, traliede, tralieden, getralied)

  1. traliën
    traliën
    • traliën Verb (tralie, traliet, traliede, tralieden, getralied)

Konjugationen für traliën:

o.t.t.
  1. tralie
  2. traliet
  3. traliet
  4. tralieen
  5. tralieen
  6. tralieen
o.v.t.
  1. traliede
  2. traliede
  3. traliede
  4. tralieden
  5. tralieden
  6. tralieden
v.t.t.
  1. heb getralied
  2. hebt getralied
  3. heeft getralied
  4. hebben getralied
  5. hebben getralied
  6. hebben getralied
v.v.t.
  1. had getralied
  2. had getralied
  3. had getralied
  4. hadden getralied
  5. hadden getralied
  6. hadden getralied
o.t.t.t.
  1. zal traliën
  2. zult traliën
  3. zal traliën
  4. zullen traliën
  5. zullen traliën
  6. zullen traliën
o.v.t.t.
  1. zou traliën
  2. zou traliën
  3. zou traliën
  4. zouden traliën
  5. zouden traliën
  6. zouden traliën
en verder
  1. ben getralied
  2. bent getralied
  3. is getralied
  4. zijn getralied
  5. zijn getralied
  6. zijn getralied
diversen
  1. tralie!
  2. traliet!
  5. getralied
  6. traliend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

traliën [de ~] Nomen, Plural

  1. de traliën
    het traliewerk; de spijlen; de traliën







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0310 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden