Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze traag

Synonyms for "traag" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

traag:
- langzaam; traag; sloom; aarzelend; treuzelachtig; slepend; weifelend; dralend; besluitloos; treuzelend; talmend; leuterig; lui; werkschuw

Niederländisch

Detailed Synonyms for traag in Niederländisch

traag:

traag Adjektiv

traag
langzaam; traag; sloom
- langzaam Adjektiv
- traag Adjektiv
- sloom Adjektiv
traag
langzaam; traag; aarzelend; treuzelachtig; slepend; weifelend; dralend; besluitloos; treuzelend; talmend; leuterig
- langzaam Adjektiv
- traag Adjektiv
- aarzelend Adjektiv
- treuzelachtig Adjektiv
- slepend Adjektiv
- weifelend Adjektiv
- dralend Adjektiv
- besluitloos Adjektiv
- treuzelend Adjektiv
- talmend Adjektiv
- leuterig Adjektiv
traag
lui; werkschuw; traag
- lui Adjektiv
- werkschuw Adjektiv
- traag Adjektiv
traag

– in een laag tempo ¹
langzaam; traag
– in een laag tempo ¹
- langzaam Adjektiv
  - hij werkt erg langzaam¹
- traag Adjektiv
  - traag kroop de slak van het blad¹

Verwandte Wörter für "traag":

traagheid, traagst, traagste, trage

Alternate Synonyms for "traag":

langzaam

Antonyme für "traag":

snel; vlug

Verwandte Definitionen für "traag":

in een laag tempo¹
- traag kroop de slak van het blad¹

Related Synonyms for traag

traag van begrip

¹Muiswerk Woordenboek