Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. toveren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for toveren in Niederländisch

toveren:

toveren Verb (tover, tovert, toverde, toverden, getoverd)

  1. toveren
    toverkunst uitoefenen; toveren

Konjugationen für toveren:

o.t.t.
  1. tover
  2. tovert
  3. tovert
  4. toveren
  5. toveren
  6. toveren
o.v.t.
  1. toverde
  2. toverde
  3. toverde
  4. toverden
  5. toverden
  6. toverden
v.t.t.
  1. heb getoverd
  2. hebt getoverd
  3. heeft getoverd
  4. hebben getoverd
  5. hebben getoverd
  6. hebben getoverd
v.v.t.
  1. had getoverd
  2. had getoverd
  3. had getoverd
  4. hadden getoverd
  5. hadden getoverd
  6. hadden getoverd
o.t.t.t.
  1. zal toveren
  2. zult toveren
  3. zal toveren
  4. zullen toveren
  5. zullen toveren
  6. zullen toveren
o.v.t.t.
  1. zou toveren
  2. zou toveren
  3. zou toveren
  4. zouden toveren
  5. zouden toveren
  6. zouden toveren
en verder
  1. ben getoverd
  2. bent getoverd
  3. is getoverd
  4. zijn getoverd
  5. zijn getoverd
  6. zijn getoverd
diversen
  1. tover!
  2. tovert!
  3. getoverd
  4. toverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze