Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. toeloop:
  2. toelopen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for toeloop in Niederländisch

toeloop:

toeloop [de ~ (m)] Nomen

  1. de toeloop
    de drukte; de toeloop; de toevloed; het gedrang
  2. de toeloop
    de drukte; veel mensen; grote menigte; de toeloop
  3. de toeloop
    het oploopje; de samenkomst; de toeloop

Verwandte Wörter für "toeloop":


toelopen:

toelopen Verb (loop toe, loopt toe, liep toe, liepen toe, toegelopen)

  1. toelopen
    toelopen
    • toelopen Verb (loop toe, loopt toe, liep toe, liepen toe, toegelopen)

Konjugationen für toelopen:

o.t.t.
  1. loop toe
  2. loopt toe
  3. loopt toe
  4. lopen toe
  5. lopen toe
  6. lopen toe
o.v.t.
  1. liep toe
  2. liep toe
  3. liep toe
  4. liepen toe
  5. liepen toe
  6. liepen toe
v.t.t.
  1. heb toegelopen
  2. hebt toegelopen
  3. heeft toegelopen
  4. hebben toegelopen
  5. hebben toegelopen
  6. hebben toegelopen
v.v.t.
  1. had toegelopen
  2. had toegelopen
  3. had toegelopen
  4. hadden toegelopen
  5. hadden toegelopen
  6. hadden toegelopen
o.t.t.t.
  1. zal toelopen
  2. zult toelopen
  3. zal toelopen
  4. zullen toelopen
  5. zullen toelopen
  6. zullen toelopen
o.v.t.t.
  1. zou toelopen
  2. zou toelopen
  3. zou toelopen
  4. zouden toelopen
  5. zouden toelopen
  6. zouden toelopen
en verder
  1. ben toegelopen
  2. bent toegelopen
  3. is toegelopen
  4. zijn toegelopen
  5. zijn toegelopen
  6. zijn toegelopen
diversen
  1. loop toe!
  2. loopt toe!
  3. toegelopen
  4. toelopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "toelopen":